De eerste keer dat ik het voormalige nazi-concentratiekamp Auschwitz-Birkenau bezocht, was ik een beetje sprakeloos. In die tijd deed ik niet veel met fotografie. Ik herinner me dat toen ik rondliep door het kamp, het leek alsof de tijd had stilgestaan. Het was alsof de dood nog aanwezig was. Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn geweest om in Auschwitz gevangen te zitten. Alleen de dood was zeker.
Ik ben opgegroeid in Amersfoort, dicht bij de plek waar ook een voormalig concentratiekamp was. Misschien komt het daardoor dat de geschiedenis van de tweede wereldoorlog mij altijd heeft geintresseerd. In de jaren na het bezoek aan Auschwitz bleef ik nadenken over de plek. Ik was intussen begonnen met fotograferen en nam mij over om, als ik nog eens terug zou keren naar Auschwitz, ik het uitzichtloze en kille van die plek op de foto wilde vastleggen.
Ongeveer 10 jaar na het eerste bezoek aan Auschwitz ben ik nogmaals naar het kamp geweest. In het ouderlijk huis van een van de vrienden waarmee ik op reis was, hadden in de oorlog onderduikers gezet. Helaas werden zij verraden en vermoedelijk na een kort verblijf in kamp Amersfoort op transport gezet met eindbestemming Auschwitz. In Auschwitz zijn in de barakken herinneringsmuren met namen ingericht. Daar vonden we de namen, tussen al die andere namen. Wat startte bij het verhaal van onderduikers in het ouderlijk huis van een van mijn reisgenoten, eindigde in Auschwitz. Daar was het einde van hun levenslijn.

De spoorlijn die eindigt in Auschwitz-Birkenau vormt een herkenbaar beeld van het concentratiekamp. Het poortgebouw waardoor de trein naar binnen reed, was voor velen de poort naar hun einde. Direct nadat de treinen arriveerden werd het meerendeel van de slachtoffers vermoord in de gaskamers. Wat zouden ze nog gezien hebben? Mogelijk zagen ze, gedwongen om naar beneden te kijken, alleen nog de grond waar ze op stonden. Een spoorlijn, een smerige pad en de deur naar datgene wat de gaskamer bleek te zijn.
Hoe de foto tot stand kwam
Door de focus op de voorgrond te leggen, werd de verte onscherp. Het staat voor de beperkte blik die velen nog zullen hebben gehad. Het staat voor de uitzichtloosheid. De foto moest in zwart-wit, het voelde onjuist om ook maar enige kleur vast te leggen van een plek waar alle kleur uit het leven verdwenen leek. Bezwaard als ik me voelde om te fotograferen op een plek als deze had ik ter voorbereiding enkel een 50mm lens meegenomen voor op mijn spiegelreflex camera. Mijn bezwaar bleek echter alleen voor mij te gelden, want ik heb enige tijd moeten wachten om geen toeristen in de foto te krijgen.